Persoonlijk advies?
Doel van het spel: Het doel van sjoelen is om zoveel mogelijk schijven in de vakjes aan het einde van de tafel te schuiven binnen een vastgesteld aantal beurten.
Benodigdheden: Het spel wordt gespeeld op een speciale sjoelbak, een lange houten tafel met houten vakjes aan het einde. Daarnaast heb je sjoelschijven nodig, meestal zijn dit houten schijven met een diameter die past bij de openingen van de vakjes.
Indeling van de sjoelbak: Aan het einde van de sjoelbak zijn vier vakken gemarkeerd, genummerd van 1 tot 4. Elk vak heeft een specifieke scorewaarde.
Aantal spelers: Sjoelen kan individueel of in teams worden gespeeld. Normaal gesproken spelen twee tot vier spelers.
Begin van het spel: Elke speler krijgt een gelijk aantal sjoelschijven (meestal 30) en neemt plaats aan een zijde van de sjoelbak.
Beurtvolgorde: De spelers gooien om wie mag beginnen. De speler met de hoogste score mag beginnen. De beurtvolgorde verloopt met de klok mee.
Het schuiven van de schijven: Elke speler schuift in zijn of haar beurt alle sjoelschijven vanaf de voorkant van de sjoelbak één voor één door de gleuf naar het andere einde van de tafel.
Scoren: Na elke beurt worden de scores opgeteld. De schijven die in de vakken 1, 2, 3 en 4 terechtkomen leveren respectievelijk 2, 3, 4 en 1 punt op. Een sjoelschijf die naast een vak komt te liggen, telt niet mee. Een sjoelschijf die over de balk aan het einde van de tafel ligt, mag opnieuw worden geschoten.
Winnaar: Het spel eindigt na een vastgesteld aantal beurten. De speler met de hoogste score wint het spel.
Gelijkspel: Bij een gelijke stand wordt er vaak een beslissende ronde gespeeld om de winnaar te bepalen.